Gisteren werd bekend dat in de top van de publieke omroepen het aandeel vrouwen lager is dan 25 jaar geleden.
Maar dat ligt anders in de rest van de de publieke sector. Vergeleken met de totale beroepsbevolking werken er meer vrouwen bij de overheid dan gemiddeld.
Deze vrouwelijke ambtenaren zijn gemiddeld jonger en vaker hoger opgeleid.
Dat blijkt uit het onderzoek Werken in de publieke sector 2015.
In de leeftijdscategorie 30-34 jaar zijn er zo’n 60.000 vrouwen bij de overheid tegen 40.000 mannelijke.
In 2004 werkten er in 3 sectoren meer vrouwen, in 2014 is dat opgelopen tot 6. Binnen het taakveld onderwijs 5 en nu ook bij de Rechterlijke Macht.
In het ambtenarenapparaat mogen vrouwen meer aanwezig zijn dan gemiddeld, voor politieke functies geldt dat niet. Dat bleek uit onderzoek eerder dit jaar van kennisinstituut Atria. In de afgelopen jaren is het bij sommige volksvertegenwoordigingen zelfs afgenomen. Zo ging het percentage vrouwen in de Tweede Kamer omlaag van 41% naar 37% en in de Nederlandse delegatie van het Europees Parlement 44% naar 42%.
Verder zijn bijna 4 op de 5 burgemeesters man. Het aantal vrouwelijke dijkgraven laat echter wel groei zien. De eerste vrouwelijke dijkgraaf- Joan Leemhuis trad aan in 1984. In 2008 waren er 2 en 2015 zijn het er 4.
Lees ook:Nederlandse loonkloof m/v wordt kleiner door hoogopgeleide vrouwen
Lees ook:Het is de 59ste dag van het jaar: Equal Pay Day
Lees ook:Waarom is de loonkloof m/v in de bankensector het grootst?
Lees ook:Vrouwen in de ICT krijgen hetzelfde salaris als hun mannelijke collega’s
Lees ook:(Veel) meer vrouwen nodig voor Nederlandse politiek