‘De meest middelmatige mannen voelen zich halfgoden in vergelijking met vrouwen,’ aldus Simone de Beauvoir.
Als puber stond deze vrouw van ‘De Tweede Sekse’ reeds bekend als een uitgesproken atheïsten in haar gelovige bourgeoisiefamilie.
Het was toen, vooral voor haar vader, die vaak vol trots uitriep: “Simone denkt als een man!”, al duidelijk dat ze een rotsvaste eigen overtuiging had die ze voor niets of niemand zomaar zou veranderen.
Mede dankzij haar standvastigheid werd De Beauvoir niet alleen een wereldberoemd schrijfster, maar was haar werk ook de basis voor de tweede feministische golf.
Tegelijkertijd, echter, lijkt het zo te zijn dat De Beauvoir het door haar gepreekte zelf niet altijd in de praktijk kon brengen.
Er wordt beweerd dat zij in haar relatie met Jean-Paul Sartre altijd de ondergeschikte bleef, altijd jawel: de tweede sekse.
Sociaal filosoof en Simone de Beauvoir-kenner Karen Vintges geeft een lezing in de Interbellum Leesclub, bestaande uit Esther Gerritsen, Marjolijn van Heemstra, Matin van Veldhuizen en Marijke Schermer.
Hoe heeft haar schrijven zich ontwikkeld en waarom betekent haar werk nog steeds zo veel?
25 november 2014: de organisatie is in handen van Stichting Literaire Activiteiten Amsterdam in samenwerking met Uitgeverij De Geus en de Jonge Historici.
Lees ook:VIOLETTE: film over de vrouw die verliefd was op Simone de Beauvoir
Lees ook:Persoonlijke correspondentie Simone De Beauvoir onder de hamer
Lees ook:Vrouwen zijn ‘De bevoorrechte sekse’
Lees ook:Holy F: 150 jaar feminisme
Lees ook:Ook Parijs heeft meer vrouwen-straatnamen nodig