Hoewel velen vinden dat de Belgische overheid geen vrouwenquota had mogen opleggen aan hun raden van bestuur, is in de praktijk de meerderheid van de bestuurders en beursgenoteerde bedrijven blij met ze teweeg brengen.
Dat schrijven de Vlaamse kranten De Standaard en Het Nieuwsblad.
‘De vijver van bekwame vrouwen is te klein’ EN ‘Vrouwen zouden degraderen tot excuus-Truzen’.
Dat waren de meest gehoorde argumenten tegen vrouwenquota voor de raden van bestuur van beursgenoteerde bedrijven toen de federale overheid ze in 2011 oplegde.
Nu blijkt dat ze juist wel werken. Dat toont een studie van de Universiteit Hasselt aan die vandaag op een internationaal congres over gelijke kansen in Antwerpen wordt gepresenteerd.
“Door de wet doen bedrijven, op zeer weining uitzonderingen na, goed hun best om het talent van vrouwen niet te verspillen. Soms gaan ze daarbij zelfs verder dan de wet vereist”, aldus onderzoekster Hannelore Roos.
De beursgenoteerde bedrijven moeten (afhankelijk van onder meer hun grootte) tegen 2017 of 2019 minstens eenderde (en hoogstens twee derde) vrouwen in hun raden van bestuur tellen.
Lees ook:Merendeel AEX-bedrijven voldoet niet aan Merkel norm
Lees ook:Vrouwenquota vanaf 2016 in het land van Merkel
Lees ook:Viviane Reding: ‘Er verschijnen barsten in het glazen plafond’
Lees ook:Duitsland bereikt compromis over vrouwen-quota
Lees ook:EU beslist dat het glazen plafond aan barrels mag