Jonge generaties vrouwen stoppen minder vaak met werken wanneer ze kinderen krijgen.
Van de huidige generatie 35-jarige vrouwen met partner werkt driekwart…..
Dat blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), die afgelopen week werden gepubliceerd.
Daardoor is de verdeling van het aantal arbeidsuren tussen partners ook veranderd. Het meest gangbaar is tegenwoordig de combinatie waarbij 1 partner een voltijdbaan heeft en de ander een grote deeltijdbaan.
Van de oudere generatie vrouwen, geboren in de jaren ’50, werkte nog maar 55% toen zij op die leeftijd waren. Eenzelfde verschuiving is te vinden voor opeenvolgende generaties vrouwen uit de jaren ’60 met een partner.
De arbeidsparticipatie van 25-jarige vrouwen is veel minder toegenomen. Het merendeel van de vrouwen heeft op deze leeftijd nog geen kinderen en is aan het werk.
De meeste 25-jarige vrouwen die na 1965 zijn geboren maken dan ook deel uit van een 2-verdienershuishouden.
Het vergroten van de economische zelfstandigheid van vrouwen is sinds het Beleidsplan Emancipatie (1985) één van de belangrijkste doelen van het Nederlandse emancipatiebeleid.
Iemand is economisch zelfstandig als zij of hij een eigen inkomen uit arbeid heeft waar je van kunt rondkomen. Als je economisch zelfstandig bent, ben je niet financieel afhankelijk van een kostwinner of van de overheid.
Daarom is dit jaar als thema voor Internationale Vrouwendag op 8 maart 2015 ook het thema ‘Economische Zelfstandigheid’ gekozen.
Lees ook:3/4 vrouwen vindt economische zelfstandigheid belangrijk, maar slechts de helft is het
Lees ook:Een man is financieel geen goed plan!
Lees ook:Helft Nederlandse vrouwen economisch op eigen benen
Lees ook:Hoogopgeleide vrouwen uit hoogopgeleide families, beginnen steeds later aan gezinnen
Lees ook:Slechts de helft Amsterdamse vrouwen staat op eigen benen