Maria Altmann-Bloch Bauer was een Joodse die met haar familie uit Oostenrijk vlucht naar de VS, vlak voor het uitbreken van WO II.
5 kostbare schilderijen van de familie worden ontvreemd door de nazi’s.
Na de oorlog blijken die in handen van de Oostenrijkse overheid te zijn en worden ze geëxposeerd in o.a. Galerie Belvedere in Wenen.
Maria Altmann vecht een juridische strijd uit om de kunstwerken weer rechtmatig in familiebezit te krijgen, een proces van bijna 10 jaar, waarin ze wordt bijgestaan door de jonge advocaat Randol Schoenberg………
1 van de schilderijen betreft het beroemde ‘Portret van Adèle Bloch-Bauer I’ (Maria’s tante) van de Weense schilder Gustav Klimt.
Het schilderij, ook wel ‘De Mona Lisa van Oostenrijk’ genoemd, wordt later in 2006 voor 135 miljoen dollar geveild.
Hiermee staat het in de top 10 van de kostbaarste kunstwerken die ooit onder de hamer gingen.
‘Woman in Gold’ draait nu ook in de Nederlandse bioscopen
Lees ook:Juliette Binoche dealt met de vergankelijkheid in ‘Clouds of Sils Maria’
Lees ook:Prachtig in de donkere maanden: De Maria Monologen
Lees ook:Maria Louise van 250 jaar terug en de Maria Louises van nu
Lees ook:Geschilderd portret van Malala Yousafzai in National Gallery London
Lees ook:De musical Maria Nuñez: asielzoekster in onze Gouden Eeuw