Vrouwen zeggen vaker sorry dan mannen.
Nadat de New Yorkse journaliste Anna Davis besefte dat ze op een doorsnee dag 67 x sorry had gezegd, besloot ze er helemaal mee te kappen.
Het experiment veranderde haar zelfbeeld……..
Anna Davis excuseerde zich op een dag bij vrienden, een collega, een man waar ze berichten via Tinder mee stuurde, een ober die haar een verkeerde koffie had gegeven en bij haar kapster.
Therapeuten menen dat het schadelijk kan zijn om je teveel te excuseren, omdat je de indruk wekt incompetent te zijn. Het kan ook je zelfbeeld treffen. In plaats van te concentreren op wat de eigen behoeftes zijn, richt je je op die van anderen.
Dus besloot Anna Davis geen sorry meer te zeggen. “Het voelde eerst heel raar. Ik moest ‘s ochtends al op mijn tong bijten omdat ik het kleingeld voor mijn koffie niet meteen bij elkaar had. En toen ik merkte dat ik een nachtelijke sms niet had beantwoord, wilde ik me ook al excuseren. Maar toen ik dat niet deed, leek die vriendin het niet eens op te merken of er om te geven. Me verontschuldigen was vroeger een manier om een conversatie te beginnen.”
Ook in de metro moest ze zich vaak inhouden wanneer ze even tegen iemand botste. Maar het meest frappante is hoe het haar werkende leven veranderde.
“Vroeger begon ik met ‘sorry hoor dat ik stoor’, maar eigenlijk hoefde ik helemaal geen sorry te zeggen, ik had begeleiding nodig en dat was de taak van de collega waar ik het aan vroeg. Dus nu vraag ik me telkens af waarom ik het zeg.”
Het is een mechanisme van zelfverdediging: bang zijn voor afwijzing en voor wat anderen denken. Na een paar dagen geen sorry zeggen besefte Anna dat hoe eenvoudiger excuses zijn, hoe oprechter die ook zijn.
Lees ook:Fotografe legt 10 jaar lang zeer confronterend haar eigen obesitas vast
Lees ook:Geena Davis onderzoekt samen met VN de rol van de vrouw in speelfilms en series
Lees ook:Geena Davis lanceert filmfestival voor vrouwen e.v.a.
Lees ook:Seksuele intimidatie op de set van ‘Grey’s Anatomy’
Lees ook:Maike Meijer & Margôt Ros terug met ‘Toren C’ en dat zullen we weten